Vandaag zag ik een hele klas met schoolkinderen enthousiast pakketjes dragen naar onze transportbus. Ik maakte wat plaatjes, vriend Arie maakte wat praatjes. Waar gaat het naar toe, meneer. Gaat u dat met deze bus brengen, meneer. Nee, het was maar even tussendoor. Geen diepgaande gesprekken. Maar, kinderlijke weetgierigheid. En aan zo’n vriendelijke grootvader stel je nu eenmaal gemakkelijk vragen. Als u hem zou kennen, zou u begrijpen u wat ik bedoel.
We hebben door de jaren heen als vriendengroep heel wat kinderen ontmoet. De een heeft er meer gave voor om, zonder dat je een woord met de kinderen kunt wisselen, hen je belanstelling en genegenheid te tonen. We hadden een (groot)vaderlijke vriend, die deze gave wel in bijzondere mate had ontvangen. Hij kwam dan ook altijd wel thuis met een paar adressen. En schreef de kinderen dan een kaartje, als hij weer thuis was.
Wat is het mooi om te zien dat er door allemaal zorg is besteed aan de dozen. Schoenendozen gevuld met wat schoolbenodigheden, toiletartikelen en wat leuke dingen. Sommige verpakt met eigen tekeningen of zefs beplakt met stof en van een lint voorzien. Een brief er in. In het engels dominee, anders kunnen ze het niet lezen. Prachtig. De kinderen zijn enthousiast. Echt iets geven, zonder dat je er iets voor terugkrijgt.
Wat zal het mooi zijn om te zien dat er kinderen een doos in ontvangst mogen nemen. Hoe de reacties zijn?
Het is soms aangrijpend om kinderen te ontmoeten met een handicap in een land waar gehandicapt zijn een reden is je kind verborgen te houden. Waar een handicap iets is om je voor te schamen. In het bijzonder kinderen met een verstandelijke beperking worden nog vaak in huis achter gelaten door hun ouders die moeten werken. Niet omdat ze niet anders willen, maar omdat ze niet anders kunnen. Het kind zit dan de hele morgen en middag op 1 hoog achter in de flat. Misschien dat er een oude buurvrouw is die eens naar het kind wil kijken, maar vaak is die mogelijkheid er ook niet. Schrijnende gevallen.
En dan ineens was daar de ontmoeting met een Duitssprekende mevrouw. Ze was lerares geweest. Maar op een stage in Duitsland zag ze hoe daar met kinderen met een beperking werd omgegaan. Hoe er opvang was en liefdevolle zorg. Ze startte een studie om kennis op te doen. En bewoog hemel en aarde om een oud schoolgebouw te veranderen in een dagopvang. En met hulp gelukte het.
Op een avond zaten we samen met haar man en een aantal anderen aan de maaltijd. En toen ik een gebed uitsprak voor de maaltijd, vertaalde ze tot onze verwondering het gebed uit het Duits in het Russisch. We hadden een goed gesprek over geloof in God en de betekenis daarvan. Ze was niet protestant. Maar beleed haar geloof in God. En we waren dankbaar dat we haar hadden mogen leren kennen.
Nog altijd bezoeken we haar tehuis. Als er geschikt materiaal in de lading is voor het tehuis, deelt ze mee. We worden hartelijk ontvangen. En sinds een aantal jaar is er nu ook een vervolg gekomen. Voor jongeren van 16 jaar en ouder. Nee, het is niet Willem van de Berg. Maar wel een veilige plaats voor kinderen die onze aandacht verdienen.