Een indruk van de preek in de morgendienst in Kobryn. Ik sprak in het Engels, Pjotr vertaalde in het Russisch. We brachten ook het woord in boekvorm 500 stuks en 1500 keer het Johannesevangelie.
al Uw baren en Uw golven
zijn over mij heen gegaan.
Maar de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden;
’s nachts zal Zijn lied bij mij zijn,
een gebed tot de God van mijn leven.
Psalm 42: 7b en 8
Wat stelt het geloof in de levende God voor. Wat heb je er aan? De wereld kijkt naar resultaat. Welke voordelen heb je er van als je gelooft dat er een God is, dat je op Hem vertrouwt? Het is een vraag die steeds weer naar ons toekomt. We worden als het ware voor de rechtbank gedaagd om te vertellen wat je er aan hebt dat je in Jezus gelooft.
Mensen willen nog wel geloven dat je er rustig en blij van wordt. Dat je in je leven getroost wordt door te geloven in Jezus. Maar verder.
En dan zulke woorden in de Bijbel: Al uw baren en uw golven zijn over mij heengegaan. Dat is toch wel helemaal het tegenovergestelde van wat mensen denken bij het geloof. God is je tegen. Hij komt met oordelen. Hij laat in je leven dingen gebeuren die je ondersteboven gooien. Wat heb je nu aan zulk een geloof. Nee geef mijn portie maar aan fikkie.
In deze psalm lezen we van een dichter die zijn verlangen naar God uitspreekt. Vers 1. Hij gevoelt zich als een hert dat het water wel ruikt maar er niet bij kan komen. Hij zou zo graag van het water drinken. Maar Hij kan er niet komen. Dan spreekt hij tot zijn eigen soul. Hij wil zijn ziel als het ware optillen/opbeuren. En hij zegt tegen zichzelf. Vertrouw op God. Hij denkt er aan terug hoe God hem in het verleden heeft geholpen. En nu zegt Hij tegen zichzelf. Dat zal God weer doen. De mensen om hem heen zeggen: Waar is hij nu? Je God? De Dichter denkt terug aan de dagen dat Hij naar de tempel ging. Samen met al de gelovigen onderweg naar de tempel. Een feest was het! Daarom zegt Hij het tegen zijn ziel: Hoop op God. Er komt een dag, dan zul je God opnieuw loven.
Maar nu kan hij dan nog niet bekijken. Nu bevindt Hij zich in zwaar weer.
Voor u is het waarschijnlijk moeilijk voor te stellen wat baren en golven zijn. En welke kracht dat heeft. Voor ons die aan de zee wonen is dat heel anders. We kunnen iedere dag de golven zien. En de mannen hier weten bijna allemaal wat de kracht van het water betekent als je op zee bent in een visserschip. Ieder kan u wel verhalen vertellen over schepen die zijn vergaan en mensen die in de golven zijn verdronken. En wat een ervaring is het als je met je kleine scheepje op de onmetelijke zee bent. Hoe klein je dan bent en hoe nietig. De dichter zegt van die golven en baren dat ze van God zijn. Uw golven! Ja we kunnen denken aan de toorn van God over de zonde. Maar we kunnen ook denken aan de gevolgen van de zonde. Wat een leed is er niet gekomen door de zondeval. Wat een leed en verdriet door ziekte nood en dood. En als we daar mee te maken krijgen, dan verkeren we in grote nood.
Dan zou je wel eens kunnen gaan denken dat God je vergeten is. Dat God niets met je te doen wil hebben. Dat de Heere zich van je afwendt. Wat een verdriet!
Ja, zo is dat in het leven van een kind van God. Die wordt door die gevoelens heen en weer geschud. Hij kan niet zonder de Heere, maar het lijkt wel of God hem tegen is. Ik moet denken aan de woorden van dat meisje in de rechtbank. Na de oneerlijke veroordeling en uitspraak van de rechter, waarin de predikant werd veroordeeld tot vijf jaar strafkamp en vijf jaar verbanning. De predikant reageerde met: „Amen, de naam van Christus zij geprezen”. Toen de aanwezige atheïsten in een bulderend gelach uitbarstten, sprong zijn dochtertje Natasja op een stoel en riep: „Papa, de kerk zal niet sterven, net zo min als de liefde van Christus. Met Hem bent u in de gevangenis toch vrij”.
Maar hoe vaak zal de duivel in de gevangenis de prediker in het oor gefluisterd hebben: Geef toch op. Stop met geloven. Wat heb je er aan. God bestaat niet anders zat je niet in de gevangenis.
Als de baren en de golven over ons levensschip slaan dan zouden we alles loslaten als de Heere ons niet vast hield.
Maar dan.. De Heere!
Ja dat is het wonder van het geloof. Beter dat is de wonderdoende God. Hij gebiedt zijn goedheid. Wat is dat? Hij gebiedt zijn liefde. God ontfermt zich. Buigt zich over me heen. Opent Zijn hart voor me. Hij zegt me wie Hij is en wat Hij doet. Het is enkel goed. Enkel liefde wat God schenkt. Hij gebiedt het, dat is Hij zegt dat het voor mij is. Hij stort het over mij uit.
Allerduidelijkst wordt dat in de komst van Christus naar deze wereld. In Hem gebiedt God zijn goedheid. Alzo lief heeft God de wereld gehad… Hij gebiedt dat er verandering komt. Hij wil dat er nieuw leven komt. Hij wil dat zondaren behouden worden Hij wil zondaren het eeuwige leven geven.
In deze psalm brengt David zich dat in herinnering. Hij denkt hoe het gegaan is. Nu zingt hij zijn lied en wij mogen dat met hem meezingen. Maar het is een herinnering die hem nu weer helpen mag en degenen die zijn lied zingen. Die dat ook meemaken en ook ondervinden. Het gaat in mijn leven door de diepte heen. Hoe kom ik er door.
David zegt: Zingen zal ik. Ook in de nacht. Tegen de wind in. Tegen alle tegenspreken in. Zingen tegen de nood in. Met de tranen in de ogen. Met een snik in het hart. Maar zingen. Zijn lied is als een gebed tot God.
Wat is het geloof in Jezus. Is dat een succesverhaal? Is dat iets waardoor je het beter krijgt in het leven? Word je dan onder de zegen van God rijk en voornaam? De ouderen onder u weten het antwoord? Als de wereld vol vijandschap is, dan gaat het met Gods kinderen niet goed naar de maatstaven van de wereld.
Maar wat zegt david? De God van mijn leven. God de heere schenkt het leven. Dat is het leven van Jezus. In de wereld verdrukking. Maar door genade het eeuwige leven. De toekomst. We mogen en kunnen elkaar helpen in het leven. Maar voor Gods troon zijn we allemaal hetzelfde. Mensen die door genade slechts met God verzoend kunnen worden. En dan is het goed. Dan is er toekomst.
De weg erheen? De weg erdoorheen? Dat is maar al te vaak een moeilijke weg. Maar… de uitkomst is de God van mijn leven. Dat is het leven dat God schenkt. Vergeving van je zonden. En de eeuwige toekomst bij God. Wie heeft dat leven? Jezus. Ik ben het leven heeft hij gezegd. De weg, de waarheid en het leven. Wat een leven.
Dan mag je geloven dat de golven en de baren je uiteindelijk naar de eeuwige haven van God stuwen. Door genade, zo kom je in Jeruzalem. Alles uit hem, zo komt men in Jeruzalem. Hoop op God.